Paradijselijk
Met
het Jerusalem team, Adrian, Carl Joyce, Katie en ik bezoeken we het dorpje Nabi
Samwil (vertaling: Profeet Samuel) op een steile heuvel in bezet gebied ten
noorden van Jeruzalem. Op de top van de heuvel staat een moskee uit de
achttiende eeuw. In een ondergrondse kamer zou het graf van Samuel
zijn. In de ondergrondse kamer is nu een kleine synagoge. Alle
huizen rondom de moskee zijn gesloopt door het Israëlische leger. De
verdreven bewoners en hun schapen en geiten verblijven nu onder plastic zeilen
en golfplaten op de berghelling. Regelmatig wordt ook hier een en ander gesloopt.
Een speeltuintje voor de kinderen hebben de bewoners zelf moeten neerhalen.
De bewoners mogen Jeruzalem niet zonder pasje bezoeken omdat ze in bezet gebied
wonen. Doordat de bijna tien meter hoge en zevenhonderd kilometer lange Scheidingsmuur
soms dwars door Palestijnse dorpen en gemeenschappen heen diep in het
Palestijnse land is gebouwd, zijn de bewoners ook afgesneden van de rest van de
Westelijke Jordaanoever.
Een
vriendelijke boer serveert ons, gezeten onder een zeil, koffie in mooie
kopjes. Nadat we ons de voortreffelijke Arabische koffie hebben laten
smaken, lopen we met boeren, vrouwen en kinderen naar de olijfboomgaarden op de
berghelling. Het is oogsttijd. Het is de bedoeling dat onze
internationale aanwezigheid de kolonisten ervan weerhoudt, de boeren, vrouwen
en kinderen lastig te vallen en te beletten hun olijven te oogsten. Wij
helpen natuurlijk ook zelf mee. De omgeving is paradijselijk is, met mooie
olijf- en andere bomen, schapen, geiten en een ezel. De lucht is half
blauw, half bewolkt, de zon is lekker warm. Onder de olijfbomen worden
zeilen gespreid, waarop de olijven vallen die geplukt worden. Op ladders
die ze tegen de takken aan zetten, plukken de boeren de olijven waar de vrouwen
en wij niet bij kunnen.
Vanaf
het dak van de moskee zitten kolonisten van boven gelegen nederzettingen naar
ons te kijken. Vlakbij ons is 'de grot van Samuel'. Een kolonist
wil vandaag, op sabbat, naakt afdalen in het water in de grot. Maar
plotseling komt er een Israëlische politieauto aangescheurd met zwaailicht aan
en één agent erin. Deze verbiedt de kolonist te baden in de grot en zich
uit te kleden in bijzijn van Palestijnse vrouwen. Vanaf de berghelling zijn
we omsingeld door Israëlische nederzettingen op de heuvels rondom. De
wind die tegen de berghelling opwaait, dwingt ons de zeilen waarop we de
olijven opvangen en verzamelen, goed vast te leggen met stenen. Het is
oergezellig in de olijfboomgaarden met boeren, vrouwen, kinderen, schapen,
geiten en een ezel. Ze noemen mij Aboe Joen, vader van Joen, zoals hier
iedere man vader van zijn zoon genoemd wordt, en iedere vrouw moeder van haar
zoon. Dus Hanna zou Oem Joen genoemd worden, moeder van Joen . Om half
twee staat er onverwachts op een kleed in de schaduw van een olijfboom een
voortreffelijk diner klaar. Samen met de boeren, vrouwen en kinderen
genieten we ervan en van de gezelligheid en gastvrijheid
Bijzonder om te lezen over de gastvrijheid van de mensen die je ontmoet
BeantwoordenVerwijderen