Goedkope arbeidskrachten
Ik ben in
Yatta en draai mee met ons team aldaar. Om kwart over drie in de nacht stappen
Haavard (uit Noorwegen) en ik in de bouwvallige auto van Abed, onze zieke
(Palestijnse) buurman. Ook een jonge (Palestijnse) man stapt in.
Abed brengt ons naar checkpoint Meitar (klemtoon op 'mei'),
drie kwartier rijden naar het zuidwesten, in de zuidwestpunt van de (in 1967
door Israël op Jordanië veroverde en sindsdien bezette) Westelijke
Jordaanoever.
Het elektronische checkpoint ligt in the
middle of nowhere in de woestijn. Het is koud. Ik heb
Noorse oorwarmers geleend van Haavard. Om vier uur in de nacht gaat
het checkpoint open. De man die met ons is meegereden,
gaat werk zoeken in Israël. Ik wens hem succes. 'Inshallah' (betekent:
'Deo volente'), zegt hij. Vanaf vier uur gaan 's zondags tienduizend en
op andere dagen achtduizend Palestijnse mannen (en vier à zes vrouwen) door het checkpoint op
weg naar werk in Israel. Sommigen kennen ons en groeten
vriendelijk. 's Donderdagsavonds komen er tienduizend terug en op
andere dagen achtduizend. Tweeduizend blijven de hele werkweek in
Israël. Het werk in Israël wordt slecht betaald, maar op de Westelijke Jordaanoever is te weinig
werk. Voor een werkvergunning (in Israël) moet elke maand opnieuw
veel geld worden betaald (aan Israël). Vanochtend worden een kleine
honderd mannen niet doorgelaten, in de meeste gevallen omdat hun werkvergunning
niet (meer) geldig is.
Vóór
het checkpoint is een nachtelijke markt voor de duizenden
passanten. Marktkooplui prijzen hun waren aan. Als ze mij zien,
zeggen ze: 'Hello sir'. Auto's en busjes rijden af en aan om mannen af te
zetten. Er is een enorme parkeerplaats voor mannen die met eigen auto
zijn gekomen. Want het checkpoint is alleen voor
voetgangers. In de stalen gangen van het elektronische checkpoint worden
de rijen mannen steeds langer. Het doet denken me aan een abattoir.
Rond half zes - het is nog nacht - bidden sommigen op een betonnen stuk bij de
ingang van het checkpoint, met uitzicht op een betonnen wachttoren.
Ten oosten van het checkpoint is de Israëlische
afscheidingsmuur nog geen muur, maar hek. Om zes uur - het begint licht
te worden - zien we veel mannen door een gat in het hek kruipen en naar een bos
aan de Israëlische kant lopen. Ze hebben geen werkvergunning, maar willen
toch werken. Als ze gepakt worden, krijgen ze één à twee maanden
gevangenisstraf (in Israël). Maar de meesten worden niet gepakt.
Want Israël heeft ze nodig als goedkope arbeidskrachten. Daarom ook laat
Israël het gat zitten, al jaren. We vertrekken. De jonge man die
werk ging zoeken in Israël, stapt ook weer in. Hij was één van de velen
die vanochtend geen werk konden vinden. 's Winters is er minder
werk.
Reacties
Een reactie posten